Bon, jaren na de heuveltjes van Erika wordt het tijd voor iets anders. Dit recept is voor 2kg mosselen. Je neemt dus 2kg mosselen en spoelt die met een zelfzekerheid om u tegen te zeggen. Ondertussen stoof je in wat boter de mosselgroentjes aan (1-2 ajuinen, een stengel selder en eventueel een worteltje). Daar voeg je een stok citroengras aan toe en een goede centimeter fijngesneden gemberwortel. Voeg daar dan nog een kruidentuiltje aan toe (gewoon omdat het kan).
Als al het zand uit onze lieve mosseltjes weggespoeld is, dan mag je die gezwind bij het ondertussen gestoofde groensel deponeren. Bestrooi rijkelijk met peper. Nu komt het belangrijkste ingrediënt. Neem een flesje ‘Hop Marijke’ uit de koelkast, schenk daar de helft van in een elegant bierglas (bij voorkeur één van de OostEke brouwers) en giet de andere helft in de pot bij je weekdieren. Kook die dan in zeven haasten gaar. Je kan ook twee Hop Marijkes nemen, dan heb je er nog eentje om bij de mosselen te nuttigen.
Eens je weekdieren niet zo week meer zijn en de schelpjes allemaal uitnodigend opengegaan zijn, is het tijd om te gaan serveren. Voor het gedeelte van de bevolking die niet van mening is dat koriander naar Sunlight zeep smaakt, is het een aanrader om enkele blaadjes koriander bij de mosselen in je bord te laten dwarrelen. Ik doe er steevast ook nog enkele draaien van de pepermolen bovenop, maar dat moet je dus zelf weten.
Deze heerlijkheid is uitmuntend met een stuk geroosterd lookbrood! En zelfs de onverlaten die geen hopliefhebbers zijn, zullen smullen dat het een lieve lust is. En ik kan het weten, want ik heb er zo eentje in huis.
Et voila: ‘De mosseltjes van Marijke’!
PS Het is niet de bedoeling dat je de restanten van het kruidentuiltje op eet.